Ga naar de inhoud Ga naar de voettekst

De Abdij van Middelburg

 49,95

Dekker, J. en K. Heyning (red.)

Uitgave in samenwerking met: Stichting Het Abdijboek

Extra informatie

Artikelnummer: 978-90-5345-296-7 Categorieën: , , , Tag: Product ID: 906

Beschrijving

De Abdij van Middelburg is meer dan een verzameling gebouwen. Met haar ring van grote en kleine gebouwen, torens en poorten vormt de Middelburgse Abdij het besloten hart van de stad.

Al in de Middeleeuwen concentreert zich in de norbertijner abdij zowel geestelijke als wereldlijke macht met een grote invloed op Zeeland en daarbuiten. In de zeventiende en achttiende eeuw wordt de Abdij de zetel van het gewestelijk bestuur van Zeeland. Die tendens zet zich voort tot op de dag van vandaag. Nog steeds is de provinciale overheid in de Abdij gehuisvest. De geschiedenis van de Abdij is voor een belangrijk deel eveneens de geschiedenis van het politieke centrum van Zeeland.

Het boek laat het gebruik van de Abdijgebouwen, de bouwkundige geschiedenis en de uitstraling van het complex door de eeuwen heen zien, met middeleeuwse tekeningen en afbeeldingen zoals wandtapijten, wapens en zegels. Aangevuld met vier gedetailleerde plattegronden van de Abdij, een calendarium met relevante gebeurtenissen en uitgebreide registers is De Abdij van Middelburg een bijzondere uitgave.

Het boek De Abdij van Middelburg behandelt de perioden 1123-1574, 1574-1798, 1798-1940 en die van na 1940. Zij worden gemarkeerd door drie keerpunten in de geschiedenis van de Abdij: de opheffing van de norbertijner abdij, de omvorming van Nederland tot een centraal bestuurde staat en de verwoesting van het Abdijcomplex op 17 mei 1940. Duidelijk is echter dat deze keerpunten op veel terreinen geen echte breukpunten zijn geweest.

Het eerste hoofdstuk is gewijd aan de Middeleeuwen, toen de abdij als kloostergemeenschap functioneerde en daarnaast een onmiskenbaar wereldlijke uitstraling had. In die periode kwam de grondvorm van het huidige gebouwencomplex tot stand. Het tweede hoofdstuk betreft de periode tussen 1574 en 1798, waarin het bestuur van Zeeland in tal van zaken soeverein opereerde en de Abdij conform de hoge status van het complex verder werd verfraaid. De daaropvolgende anderhalve eeuw, waarin de provincie deel uitmaakt van de nationale eenheidsstaat en de Abdij in steeds bouwvalliger omstandigheden komt te verkeren, wordt beschreven in het derde hoofdstuk.

Aan het eind van de negentiende eeuw gaat men voor het eerst waarde hechten aan de monumentale status van het gebouw, resulterend in een ingrijpende restauratie. Het vierde hoofdstuk behandelt ten slotte de periode na 1940. Na het bombardement in dat jaar wordt de Abdij weer opgebouwd en keren de meeste provinciale instellingen daar na verloop van jaren in terug.