Beschrijving
Op Merovingische begraafplaatsen in kleine, afgelegen boerengemeenschappen worden rijke graven gevonden. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen werden begraven met grafgiften, zoals kleurige glazen kralen, prachtige spelden, gouden munten, wapens en gebruiksvoorwerpen. Deze rijkdommen kwamen regelmatig van duizenden kilometers verder weg. Opvallend zijn bijvoorbeeld kauri-schelpen uit de Rode Zee en Indische Oceaan die worden gevonden in Noord-Gallische graven uit de zesde eeuw, evenals kralen van amethist, een halfedelsteen die voorkomt in het oosten van het mediterrane gebied. Ook Byzantijnse koperen, zilveren en gouden munten en granaat, een rode halfedelsteen uit onder andere India en Sri Lanka, worden veel gevonden in Merovingische graven.
De kauri-schelpen, amethistkralen en granaat worden in zo veel graven gevonden dat ze algemene handelswaar moeten zijn geweest. Deze voorwerpen meegeven als grafgift was dan ook geen teken van rijkdom of aristocratie. Waarschijnlijker is dat de voorwerpen een grote symbolische waarde hadden, ook voor eenvoudige boeren op het platteland. De grote vraag naar deze objecten vanuit het platteland blijkt de belangrijkste oorzaak van de economische groei in de vroege middeleeuwen.
Rijkdommen van ver laat de vele kostbare vondsten uit de vroegmiddeleeuwse periode zien. Deze sporen vertellen ons dat na het verdwijnen van de Romeinen een tijd van welvaart en ontwikkeling ontstond, waarbij de landelijke samenleving deel uitmaakte van een omvangrijk, internationaal handelsnetwerk.