Beschrijving
Eikenhakhoutcultuur
Duizenden jaren hebben eiken het gezicht bepaald van het landschap in Oost-Nederland. Omdat eikenhout een duurzame eigenschap bezit, zijn de stoere en grillige bomen altijd door mensen gebruikt en verwerkt. Centraal geleid vanuit de Overijsselse landgoederen ontstond de eikenhakhoutcultuur.
Eens in de negen jaar gekapt en verwerkt
Het eikenhout werd eens in de negen jaar gekapt en verwerkt als brandhout of geriefhout. Hier waren echte ambachtslieden mee gemoeid. Het poten van eikentelgen, het onderhoud van hakhoutbos, het kappen, eekkloppen, bossen en wegen was weerbarstig werk dat werd gedaan door families die van bos naar bos trokken. Het hout werd vervoerd met paard-en-wagen en daarna met schepen over de Vecht. De eikenschors, het eek, werd in eekmolens verwerkt tot het looimiddel run.
Uitgegroeide hakhoutpercelen, rabatten en houtwallen
Nog steeds is deze eikenhakhoutcultuur te herkennen in het Overijsselse landschap door uitgegroeide hakhoutpercelen, rabatten en houtwallen. In dit rijk geïllustreerde boek wordt de geschiedenis van de eikenhakhoutcultuur uitgebreid beschreven. De geschiedenis van het rouwe werk door arbeiders in de streek rond Dalfsen. Historische bronnen als negentiende-eeuwse kasboeken, (kadaster)kaarten en foto’s van de ambachtslieden aan het werk vormen de basis van het onderzoek.